10 juni – 19 augustus 2017
Omdat de kunstenaars vanuit totaal verschillende urgenties tot hun werk komen levert het een bijzonder spannende visuele dialoog op tussen ratio en emotie.
In de afgelopen jaren heeft Koyama de visuele uitdrukkingsmogelijkheden en zeggingskracht onderzocht van apparaten die data-input genereren, zoals handscanners en digitale microscopen. Hij heeft zich met name gericht op de pluraliteit en vloeibaarheid van de gegenereerde data, wat duidelijk zichtbaar is in zijn werken.
Met fictieve visuele verhaallijnen die Kawashima creëert vertelt hij over natuurgeweld van vergelijkbare orde om zo het gesprek over de oorspronkelijke gebeurtenis initiëren.
Dat de gebeurtenis de nietigheid van het menselijk bestaan in één klap duidelijk maakt is evident, maar hoe je daarna tot een emotionele verwerking of een catharsis kunt komen is, en blijft een groot mysterie. Kan het menselijk brein de krachten van de natuur trotseren?
‘POST BODY / NATURE’ in LhGWR toont een gezamenlijke, multidisciplinaire installatie van twee Japanse kunstenaars: Taisuke Koyama en Takashi Kawashima. De expositie biedt de beschouwer een overweldigende veelheid aan intense beelden. De twee kunstenaars geven zich helemaal over aan hun onderwerp: de natuur in het digitale tijdperk. Dit doen ze elk op hun eigen manier. Ze bewogen hemel en aarde om een overweldigend gevoel mee te geven aan de bezoekers van de expositie.
Juist dit laatste, het overweldigende gevoel en zelfs opgeslokt kunnen worden door de getoonde natuur, speelt in mijn optiek een belangrijke rol. Dat het onderwerp van een kunstwerk de verwoestende en zelfs levensbedreigende kracht van de natuur (lees: God) laat zien is sinds de romantiek een geaccepteerd gegeven. Het staat bekend als het sublieme en dergelijke onderwerpen kunnen sindsdien op waardering rekenen bij het publiek. Het werk van zowel Koyama als Kawashima heeft dit soort kwaliteiten en refereert hiermee aan de romantiek.
Kawashima toont onder meer beelden die op een poëtische manier verwijzen naar Fukushima na de tsunami, die er in 2011 woedde. Door de grootte van de beelden hebben ze het vermogen de beschouwer de foto ‘in te zuigen’, waardoor deze het gevoel kan krijgen aanwezig te zijn bij zo’n grote ramp. Een gevoel van nietigheid kan zich aan de beschouwer opdringen. Dit is een kwaliteit die, bijvoorbeeld, De IJszee (1823-24) van Caspar David Friedrich ook in zich draagt. Maar gaat het bij Fukushima wel om natuurgeweld? Enerzijds wel: er was sprake van een tsunami. Toch heeft de mens, met zijn kernenergie, een erg groot aandeel in deze ramp gehad. Dit maakt Fukushima tot een combinatie van een natuurramp en een cultuurramp.
Dit onderscheid vind ik wat gekunsteld en hierdoor enigszins vreemd overkomen. Liever haak ik in op wat bioloog Jelle Reumer zegt over de mens. Hij stelt dat de mens, homo sapiens, onderdeel is van de natuur en een sluitsteensoort genoemd kan worden. Dit is een soort met een zeer grote, bepalende, invloed op de omgeving. Met deze kennis in het achterhoofd zijn rampen als die in Fukushima gewoon als natuurgeweld te bestempelen. De eigentijdse natuur, inclusief rampen, wordt door de mens zelf gemaakt: de stijging van de zeespiegel, het gat in de ozonlaag en toxinen in het drinkwater. Het zijn slechts enkele voorbeelden van natuurdreigingen die de mens zelf creëert.
Waar de moeilijk te bevatten grootsheid van de natuur bij Kawashima, herkenbare, definieerbare, beelden tot gevolg heeft is dit bij Koyama niet het geval. Het zijn onherkenbare beelden, bijna of volledig monochroom. Afhankelijk van de kleur zouden het foto’s kunnen zijn van een oneindig heelal, regenbogen, de diepten van de oceaan of de zon van dichtbij. Al zoekende naar definieerbare zaken zijn het wellicht relevante associaties, toch is het niet wat Koyama ons laat zien. Zijn foto’s zijn het resultaat van onderzoek naar de natuur van het digitale. Wederom is er sprake van, Reumers definitie aanhoudend, door de mens gecreëerde natuur. De digitale wereld bestaat pas sinds de digitale revolutie aan het begin van de jaren ’70. Het is dus nog relatief onontgonnen terrein. Zoals het aardoppervlak enkele honderden jaren geleden nog grotendeels een mysterie was en men bedreigende ijszeeën kon tegenkomen, zo is de digitale wereld dit nu. Koyama gunt ons tijdens zijn ontdekkingsreis een kijkje in het ongewisse. Op een soortgelijke manier deden de Colorfield Painters, waaronder Barnett Newman, dit halverwege de 20ste eeuw. Zij kunnen worden gezien als late exponenten van de romantiek. Door middel van grote kleurvlakken trachtten ze mensen het mysterie dat schuilgaat achter deze kleuren op een zeer intense manier te laten ervaren. Men kon hierdoor in een meditatieve staat komen en soms zelfs een religieuze ervaring beleven: een sublieme belevenis. Zoals men in het geval van Friedrich via De IJszee bij God terechtkwam, zo kwam men bij Colorfield Painting via kleur bij God uit.
‘POST BODY / NATURE’ laat zien hoe de werken van twee verschillende kunstenaars op een betekenisvolle manier een dialoog met elkaar aangaan. De werken refereren aan het idee van het sublieme, een concept dat onlosmakelijk verbonden is met religie. In een, ogenschijnlijk, maakbare wereld is zo’n God overbodig geworden. Bij Kawashima komt de beschouwer, via aan Fukushima refererende beelden, uit bij de mens. Bij Koyama komt men, via de gemanipuleerde foto’s van de digitale wereld, ook terecht bij de mens. Hieruit is af te leiden dat de hedendaagse mens de sublieme ervaring, van natuurverschijnsel tot kunstwerk, volledig zelf kan creëren. Koyama en Kawashima tonen hiermee aan dat het sublieme maakbaar is geworden.